TIG is de afkorting voor Tungsten Inert Gas, GTAW = Gas Tungsten Arc Welding) en dankt zijn naam aan de Engelse naam voor wolfraam (tungsten) en het gebruik van een inert gas. Bij TIG-lassen wordt de warmte verkregen door een boog te trekken tussen een wolfraam elektrode en het werkstuk. Door de hoge smelttemperatuur van wolfraam (3410 °C) (de temperatuur van de lasboog ligt tussen de 13000 á 14000 °C, maar door de stroomrichting van het beschermgas en de vlamboog heeft de elektrode maar een derde van de warmte van het werkstuk.) is dit een niet afsmeltende elektrode. Het toevoegmateriaal wordt apart, handmatig, toegevoegd.
Het toepassingsgebied van TIG-lassen is vooral hooggelegeerd staal of aluminium. Het wordt ook regelmatig gebruikt voor laaggelegeerd staal met dunne plaatdiktes daar de lassnelheid vrij laag is. Aluminium, aluminiumlegeringen, magnesiumlegeringen en aluminiumbronzen worden met wisselstroom (AC) gelast, de rest met gelijkstroom (DC).
TIG lassen is de meest moeilijke vorm van lassen, dit komt omdat, in tegenstelling tot elektrode en MIG/MAG, je hier ook nog een vuldraad bij moet doen van hetzelfde materiaal als het las-materiaal en je een pedaal hebt om de stroom mee te bepalen. Of met een knop op de TIG-toorts.